Faq

Het ademhalingsstelsel is het geheel van organen dat ervoor zorgt dat we kunnen ademen. Dat betekent dat we zuurstof uit de lucht kunnen opnemen en koolstofdioxide kunnen uitstoten. Het ademhalingsstelsel bestaat uit de bovenste luchtwegen (mond, neus en neusholten, keelholte), de onderste luchtwegen (strottenhoofd, luchtpijp, longen en de  ademhalingsspieren.

De longen bestaan uit een aantal holten waar de lucht in- en uitstroomt. Ze zijn bekleed met een dubbel vlies, het borstvlies, dat ze beschermt en ervoor zorgt dat ze zich kunnen uitzetten.

De ingeademde lucht wordt via de luchtwegen naar de longblaasjes gevoerd, waar de uitwisseling tussen zuurstof en kooldioxide uit het bloed plaatsvindt. De koolstofdioxide wordt vervolgens door het uitademen uit het lichaam afgevoerd.

De luchtwegen hebben verschillende afweermechanismen. De belangrijkste daarvan zijn de neusharen en de trilhaartjes die ziekteverwekkers en stoffen van buiten onderscheppen, en hoesten en niezen. Daarbij worden de vreemde organismen of stoffen met kracht uit het lichaam geblazen.

Veelt voorkomende luchtwegaandoeningen zijn ontstekingen door virussen of bacteriën die symptomen veroorzaken, zoals  koorts , vastzittende - of droge hoest, keelpijn, verkoudheid en griep maar ook hooikoorts kan een oorzaak zijn van deze symptomen. 

Acetylcysteïne breekt taai, vastzittend slijm af, zodat het dunvloeibaar wordt en gemakkelijk kan worden opgehoest. Fluimucil kan worden gebruikt bij aandoeningen van de luchtwegen, zoals astma, bronchitis (ontsteking van het slijmvlies van de luchtpijp), emfyseem, mucoviscidose (taaislijmziekte) en bij bronchiëctasieën (langdurige verwijding van een vertakking van de luchtpijp).

Fluimucil is een geneesmiddel. Lees voor het gebruik de bijsluiter. Fluimucil beval acetylcysteïne. Niet gebruiken bij kinderen onder de 2 jaar. Bij vragen, raadpleeg uw arts of apotheker.

Hoesten en niezen zijn automatische reflexen van ons lichaam en zijn bedoeld om ons te verdedigen tegen mogelijk schadelijke stoffen uit de omgeving. Bij hoesten en niezen worden ziekmakende of irriterende stoffen met grote kracht uit de luchtwegen geblazen zodat ze ons lichaam via de mond of neus kunnen verlaten.